Ik kwam zelden bij ze over de vloer, maar ze hadden mijn hart gestolen. Het viertal van De Plus. Want zo heet de supermarkt bij ons thuis. Bekende gezichten die de consument een gevoel van vertrouwen geven. De oude acteurs nemen afscheid. Waren ze over de datum? Wilde ze zelf wat anders of maakt de chef marketing een uitglijder vlak voor Kerst?

Uitglijder…

We krijgen nu op de buis een kwartet te zien dat nog niet overtuigd. Ze benadrukken dat Plus altijd wat extra’s doet, maar bij mij komt die boodschap nog niet binnen. Het zal mij trouwens worst wezen wat de aanbiedingen zijn. Bij het zien van die oude vier had ik prettige associaties: ‘ondeugend’, ‘vrolijk’, ‘kluns’ en ‘sexy’.

Brein houdt van herkenning

Mijn brein houdt van herkenning. Daarom doen bekende gezichten het ook zo goed in reclames. Gaandeweg worden producten met onze subjectieve ervaringen geassocieerd. Zo zal ik niet snel naar binnen gaan bij Specsavers, vanwege die onsympathieke kwibus. Die vaste, hopeloze bewoner van MediaMarkt daarentegen vind ik weer fantastisch. En ook al ligt er paardenlasagne in het schap, bij Albert Heijn, ik blijf rotsvast vertrouwen op de supermarktmanager. Harry Piekema, het gezicht van die commercials, staat al tien jaar eenzaam aan de top. En geen manager die het in z’n hoofd haalt om hem weg te promoveren. Bekende gezichten zorgen ervoor dat we merken onthouden. Voorwaarde is dan wel dat product en persoon perfect moeten matchen. Daar is bij Plus nog even geen sprake van.

Een houten doosje, handgemaakt, met leer omkleed en slechts zes bij zes centimeter groot. Omdat het prachtig is én omdat het een verhaal vertelt over verering en ontzag, heeft het object in het Leger des Heils museum in Amsterdam van mij een eigen vitrine gekregen.

Leger des Heils

Devotiedoosje

De man of vrouw die dit nijvere handwerkje heeft gemaakt, vermoedelijk aan het begin van de vorige eeuw, moet veel hebben gehouden van de man die erop wordt afgebeeld: generaal William Booth, de stichter van het Leger des Heils.

Ging dit geschilderde miniatuurtje mee in de binnenzak, naar het werk? Stond het thuis te pronken in de kast? Op welke momenten ging het open, werd Booth bekeken en waar komt het koperen speldje links vandaan? Geen idee. Wat we wel weten is dat Booth en zijn vrouw Catherine door hun achterban, heilssoldaten en –officieren, op handen werden gedragen. Zij droegen massaal hun beeldtennis mee in hun Bijbels en liedboekjes. Booth en zijn vrouw werden in het alledaagse leven getoond op wandborden, speldjes, theekopjes en ansichtkaarten. Die adoratie is terug te vinden in bladen als De Heilssoldaat en De Oorlogskreet, voorlopers van de Strijdkreet. Velen zagen Booth als een profeet en God zelf zou het Leger des Heils hebben verwekt. Ik heb het mensen vroeger echt horen zeggen.

Dr. Johan Ringelberg, voormalig heilsofficier en gepromoveerd op de geschiedenis van het Leger des Heils tot 1949, heeft die Legerdevotie al eens vergeleken met dat van katholieken met hun heiligen. En iets van dat sentiment, die verering is er nog. In vrijwel alle 15.000 korpsen – dat zijn plaatselijke afdelingen van het Leger in 125 landen – hangt de stichter prominent ingelijst aan de muur. Veelal met een vermoeide blik, hand onder de kin. Alsof hij wil zeggen: willen jullie eens ophouden met die onzin?

‘Neem maar mee. Geen idee wat erop staat’, zei de medewerker van het Leger des Heils. En hij duwde me een pakketje bakelietplaten in handen van de Nederlandse Radio Unie. Opname 55254 bleek een vraaggesprek te bevatten met Gerrit Jurriaan Govaars. Wie dat is? Govaars was in 1887 de eerste heilssoldaat in ons land en één van de oprichters van het Leger des Heils in Nederland.

Schermafbeelding 2014-09-25 om 12.50.32Bijzonder geluidsmateriaal dus, dat vanaf 3 oktober te horen zal zijn in het Leger des Heils museum op de Wallen in Amsterdam. Voor dat museum hebben wij het concept ontwikkeld en de tentoonstelling ingericht.

Oude opnamen

Het interview met Gerrit Govaars duurt 11 minuten en dateert van 23 mei 1947. In dat jaar vierde het Leger zijn 60-jarig jubileum. De plaat is gehavend, kraakt, ruist en slaat over. Precies zoals het hoort bij oude opnamen. Maar kolonel Govaars klinkt alsof 1887 en de start van het Leger des Heils maar even geleden is. Met een joviaal, stevig Amsterdams accent vertelt hij: ‘Ik was nog maar een jongen toen ik voor het eerst van het Leger des Heils hoorde. Dat was in 77/78 (let op, 1878!) toen The Salvation Army voor het eerst bekendheid kreeg en beschreven werd in de bladen. Ik was toen een jaar of 10, nu ben ik 81. Ik had in mijn jeugd wel van het Leger des Heils gehoord en gelezen. En de pers was in die tijd het Leger niet zo heel gunstig gezind. Ze vonden het maar een vreemde beweging, die zogenaamde militaire godsdienst’.

Wim Ruitenbeek uit Rotterdam

Gerrit Govaars, van origine onderwijzer, speelde viool in de eerste volkssamenkomst in de Gerard Doustraat in Amsterdam. Op de plaat doet hij verslag van die bijeenkomst op zondagmorgen 8 mei 1887. Zijn viool is bewaard gebleven in een houten kist, zwart gelakt. Op het instrument wordt echter nooit meer gespeeld. Daarom heb ik Wim Ruitenbeek, violist van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, gevraagd om de viool van Govaars weer nieuw leven in te blazen. Viool en interview zijn straks in het museum te beluisteren. Hier een voorproefje.

 

Jeremy Paxman (BBC Newsnight) is een begenadigd interviewer, maar Twan Huys is beter. Collegetour van de NTR was smullen gisteravond. Huys bleek zijn huiswerk voortreffelijk te hebben gedaan. Paxman viel door de mand toen hem werd gevraagd naar zijn journalistieke rol in het seksschandaal rond Jimmy Saville.

Schermafbeelding 2014-09-13 om 20.24.08

Paxman is geen aangenaam mens. Hij is zelfvoldaan en kan slecht tegen kritiek. Een typisch product old skool BBC. Maar Paxman was een anchor met macht en aanzien. Iemand die in een redactievergadering een eindredacteur op inhoudelijke gronden kan overtuigen een reportage wél uit te zenden. En dat deed hij juist niet toen er nieuws was over Saville. Paxman hield zijn mond toen de top van zijn omroep besloot de zaak af te dekken en een reportage verbood uit te zenden. Paxman koos voor zijn veilige, riante positie en liet zijn collega – een redacteur/verslaggever – vallen, ook al bleken de feiten te kloppen.

Waarom? Zo wilde Twan Huys weten. Welke afwegingen zijn er gemaakt? Paxman schoot in de verdediging, maar ging daarbij zelf onderuit. Huys moest het ontgelden. Wat wist hij er nou van? Doe jij dit werk ook, vroeg Paxman, die kennelijk geen moeite had gedaan om te onderzoeken in welk programma hij terecht was gekomen en wie de vragensteller was. Een bizar interview en Huys bleef en gentleman. Hij liet slechts één steekje vallen. Toen de Britse presentator iets wilde zeggen over de cultuur bij de BBC, werd hij geïnterrumpeerd. En juist dat cultuurverschil zou wel eens de oorzaak kunnen zijn geweest van de journalistieke misstap die Jeremy Paxman heeft gemaakt.

Van mij mag de vlag uit. Nederland heeft vanaf volgende week 2 vondelingenluiken. Eén in Groningen en één in Papendrecht. Het luik is een brievenbus met warmtebedje, waarin moeders een pasgeboren baby die ze niet bij zich kunnen of willen houden, kunnen neerleggen. Het kind krijgt dan (medische) zorg en wordt ter adoptie aangeboden. Na 15 jaar discussie wordt deze voorziening eindelijk gedoogd.

images

Kerkgebouw

Te laat voor Leo de Schakel. Leo werd op 10 januari 1991 in de vrieskou in een doos bij een kerk te vondeling gelegd. Leo, de koster, vond het kind. Vandaar de naam. De koster dacht dat iemand een doosje hulpgoederen voor Roemenië voor de deur had gezet. De baby werd in zwaar onderkoelde toestand naar het ziekenhuis gebracht. Als gevolg van de kou bleek het kind zwaar hersenletsel te hebben opgelopen. Leo was blind, doof, had hartproblemen, kon niet lopen en had hevige pijn. Ik maakte in 2000 een documentaire over hem en het vondelingenluik. Leo is liefdevol opgevangen bij een gastgezin in Ermelo en op 9-jarige leeftijd overleden aan zijn kwalen.

Nog veel vragen

Zijn biologische moeder moet in die winter van 1991 ten einde raad zijn geweest. Het te vondeling leggen komt weinig voor. Tussen 1974 en 1994 twintig keer, aldus het CBS. Maar bij het Gerechtelijk Laboratorium in Rijswijk wordt wel steeds vaker sectie op babylijkjes verricht, stelde ik destijds vast. Causaal verband? CRI, Fiom en Raad voor de Kinderbescherming heeft er geen antwoord op.

Goed initiatief!

Volgens mij is er een groep vrouwen, eenzaam en geïsoleerd, die voor de hulpverlening volstrekt onbereikbaar is. Misschien nu nog wel meer dan pakweg 15 jaar geleden. Het dumpen van je kind moet een afgrijselijke daad zijn om te doen. Ik ben blij dat in een land waar heel veel wordt gedoogd, nu ook het vondelingenluik een feit is. Wie weet redt je daar één leven mee.

Vandaag en morgen staan in het teken van persvrijheid. Een belangrijk thema om bij stil te staan omdat slechts één op de zeven mensen in de wereld van dat recht geniet. Maar persvrijheid betekent ook dat de pers de vrijheid heeft om iets niet te verslaan, of uiterst terughoudend. Daar zou wat mij betreft in ons land wat vaker gebruik van mogen worden gemaakt.

images

De toon

Treffend vind ik vandaag de opening van het AD over de vrijlating van Volkert van der G, de moordenaar van Pim Fortuyn. ‘Hij is onder ons’, is de chocoladeletter-dikke kop op de voorpagina. De krant laat ons ook nog even zien hoe Volkert er vandaag, na jarenlange opsluiting uit zou kunnen zien. ‘Hij moet de rest van zijn leven achteromkijken’, aldus de krant. Dus mocht u hem tegenkomen bij de Hema of de visboer in Harderwijk…

Journalistieke keuzes

Het AD voedt met die toon de angst en jaagt de woede aan. De adjunct-hoofdredacteur hoorde ik vandaag op de radio zeggen: ‘Wij registeren slechts het sentiment in de samenleving’. Pardon? Welk sentiment, waar en van wie? Hoe belangrijk wil je het nieuws hebben, of maken? Anderhalf ons minder PVV bijvoorbeeld, daar wordt Nederland (en de rest van Europa) echt een stuk vrolijker van. Nieuws is een product. Kijk- en koopwaar. Bij persvrijheid hoort gelukkig ook dat journalisten elkaar bekritiseren. Daar was het vandaag ook een prachtige dag voor.

Pauw en Witteman stopen ermee. Wie krijgen we er voor terug? Jeroen zegt alleen door te willen gaan, maar dat heeft de VARA niet voor het zeggen. Daar gaat de netmanager over. Het grote speculeren is begonnen.

Schermafbeelding 2014-04-17 om 11.06.11

Talent genoeg?

De naam van Eva Jinek duikt op. Logisch, waar en wanneer is zij de afgelopen jaren niet genoemd? Jinek is een getalenteerd interviewster en heeft al wat vlieguren gemaakt. Zij pakt haar gasten doorgaans stevig aan, ze is direct, zorgvuldig en to the point. Maar wat zij (nog) mist is het talent om gasten aan één tafel te verbinden en dat is voor een talkshow nogal essentieel. Humberto Tan en Matthijs van Nieuwkerk zijn er goed in.

Oog voor echtheid

Een talkshow vraagt om een anchor van vlees en bloed. Iemand met emoties. Kijkers hebben een oog voor echtheid. Een tafelheer of -dame moet authentiek zijn. Om zo’n tv-persoonlijkheid te worden heeft Jinek meer tijd nodig, niet alleen voor de camera. De vraag is of die haar wordt gegund? Haar werkgever KRO-NCRV is ambitieus en heeft haast. De fusieomroep wil een journalistieke lovebaby op 1.

Geweldig zoals bejaard Nederland in de ban is van het schaatsen. Mijn moeder van 73 appt mij het scoreverloop en de medaillespiegel. Zij en haar vriendin zien alles en bellen elkaar na elke race voor een nabeschouwing. Mijn moeder is niet de enige die het kijkcijfer omhoog stuwt. De moeder van columnist Marcel van Roosmalen (NRC-Next) lijkt ook verslaafd te zijn aan het schaatsen.

Kwieke nonnen

Het meest bizarre gesprek tussen twee ouderen – misschien wel de grootste liefhebbers van het schaatsen – ving ik op in de Rotterdamse metro. Twee kwieke nonnen van begin tachtig, bespraken tussen station Capelsebrug en Beurs niet alleen de schaatspakken van de Amerikanen, de drieduizendste van Koen, maar ook de ideale oplossing voor een klein, persoonlijk ongemak dat juist bij ouderen dezer dagen opspeelt.

Proefpakketje

Over de pakken was non één duidelijk: ‘Met Ducktape win je geen goud’. Die drieduizendste was ‘pure pech’ en voor dat andere precaire onderwerp had non twee een proefpakketje Tena Lady in huis gehaald. ‘Nu kan ik echt alles zien, ook de beslissende momenten’. De dweilpauze krijgt zo een heel andere betekenis…

De val van de Rabobank kwam mij net een paar dagen te vroeg. Ik moest die andere klap nog verwerken. Na de kwestie Zwarte Piet en de fraude Alpe d’HuZes zit ik nog met het gesjoemel rond die Ossenstaartsoep in mijn maag.

images

Voor wie de kwestie is ontgaan. In Ossenstaartsoep blijkt niets te zitten dat ook maar iets te maken heeft met een os. AH, Jumbo, Plus, Unox, Aldi en Lidl leveren ons een klote streek. Een os is een gecastreerde stier dus klote dekt hier de lading. Dat onze Ossenstaartsoep niet deugt werd en paar dagen geleden wereldkundig gemaakt door de Keuringsdienst van Waarde (KRO). De programmamakers gingen langs een vleesleverancier die uiteindelijk aarzelend toegaf dat de naam van het product niet helemaal je-van-het is. De brokken in de soep zijn stukjes restvlees, aangelengd met grote hoeveelheden water en smaakstoffen Wat in Ossenstaartsoep zit, zit ook in kroketten. Zo, ook weer opgelost.

Maar nu komt het meest stuitende. Job van Baars, de directeur van Meat Insiders zei zonder blikken of blozen in de show: ‘Slim van ons hè? Mooi vak hebben wij hè?’ Die misselijkmakende quotes gonzen nog steeds bij mij na. Dat de kluit zo massaal wordt belazerd, daar is de man kennelijk trots op. Zouden die Liborhandelaren bij de Rabo ook zo over hun werk spreken? Vinden zij zichzelf slim en zijn ze trots? Unox en Albert Heijn hebben naar aanleiding van de uitzending aangekondigd de productnaam Ossenstaartsoep te veranderen. Ik lees vandaag in mijn krant dat Rabobank start met een cultuurprogramma en gedragstraining voor alle medewerkers. Ik heb even helemaal geen trek in die onzin.

Omdat we steeds meer producten en diensten afnemen via internet worden we steeds vaker per email bestookt met klanttevredenheidsonderzoeken. Klik je die weg, dan volgt er geheid een reminder. Ik had er weer drie afgelopen week.

Eén van een uitvaartorganisatie. Of ik tevreden was over het rouwtransport en het bloemwerk. NS is benieuwd naar mijn ervaringen met mijn daluren-abonnement en DAS wil weten wat ik van ze vindt: ‘Ook  als u geen directe ervaring met ons heeft’.

images

Hoewel ik geloof dat het altijd beter kan, ben ik er wel een beetje klaar mee. Enquetes en vragenlijstjes zijn een trend van deze tijd, maar de omvang en frequentie staan me inmiddels tegen. Onderzoek wekt de schijn van kwaliteitsbewaking en je hoort zelden de uitkomst. Omdat het leven van kwaliteitsmanagers ervan af hangt duurt het invullen van de vragenlijst ‘slechts’ 12 minuten en onder deelnemers worden cadeaubonnen verloot – behalve in de uitvaart. Worden al die kosten aan ons doorberekend? Van al die feedback ben je toch zo langzamerhand wel uitverbeterd?

Kortom, ik stop met de klanttevredenheidsonderzoeken van Topherstellers, erkende schilders en peuterspeelzalen. Voor één enquete maak ik een uitzondering. Die verwacht ik in de loop van de volgende week: Geachte meneer Batenburg, volgens onze gegevens bent u in het bezit van kinderpostzegels…