Big data leveren weinig op, worden zwaar overschat en daardoor is het management in organisaties een beetje de weg kwijt. Die boodschap is natuurlijk vloeken in de BI-kerk* maar Martin Lindstrom mag dat schrijven. Die man is een autoriteit in zijn vak (check wiki). Nog een schep erbovenop: ‘Als data tot betere emotionele beslissingen zouden leiden, dan zouden accountants het culturele prototype zijn voor fantastische minnaars’.

Lindstrom is marketeer, branding-specialist. Hij verzamelt in opdracht van grote merken small data. Dat is ook de titel van zijn nieuwste boek. Small data heeft veel weg van een ouderwetse Jules Verne. Skip zijn onzin over big data en je houdt een interessante ontdekkingsreis over. Die voert langs 77 landen bij de mensen thuis, want dat is wat ‘ie doet. Onder het motto: als je wilt begrijpen hoe dieren leven, moet je niet naar de dierentuin, maar naar de jungle. Martin Lindstrom interviewt mannen, vrouwen en kinderen. Hij opent laden, keukenkastjes, neust door boeken, tijdschriften, muziek- en filmcollecties en downloads. Hij inspecteert tasjes, portemonnees, online zoekacties, Facebook-pagina’s, Twitter-feeds. Bestudeert Siberische koelkastdeuren, bezoekt bioscopen in het Midden-Oosten, speelgoedwinkels in Amerika en bierkelders in Brazilië. Op zoek naar wat? Naar kleine aanwijzingen die mogelijk kunnen leiden naar grote trends.

Verlangen

Natuurlijk geeft ons online-gedrag veel informatie, maar die gaat Lindstrom niet diep genoeg. Voor onze dromen en verlangens moet je niet op de homepages zijn, maar in de huizen van gewone mensen. Dus jaagt Lindstrom zoals hij dat zelf noemt, op ons emotionele DNA. ‘Verlangen is namelijk altijd gekoppeld aan een verhaal, en aan een leemte die opgevuld moet worden: een hunkering die zowel bewust als onbewust het menselijk gedrag infiltreert, beroert en motiveert.

Wederopstanding

Lindstrom heeft met zijn small data-aanpak o.a. LEGO van de ondergang gered. En nog een dozijn andere bedrijven. Bij LEGO ging dat als volgt. Toen halverwege de jaren 90 Atari en Nintendo bezig waren met hun opmars, zag de Deense speelgoedfabrikant de bui al hangen. Hoe houden we in hemelsnaam de belangstelling van die opkomende, digitale generatie? Zijn wij zo langzamerhand uitgespeeld? Big data-onderzoeken leken te bevestigen dat kinderen hun vermogen tot fantasie en creativiteit dreigden kwijt te raken. Het management van LEGO besloot grotere stenen te gaan maken. Om het spelen te vereenvoudigen. Er kwamen themaparken, boeken, tijdschriften en een kledinglijn voor kinderen. De Deense speelgoedfabrikant dreef steeds verder weg van zijn kernactiviteit. Rond 2004 wordt Lindstrom bij het bedrijf binnengehaald. Hij onderzoekt bij een grote groep jongetjes van een jaar of tien, elf wat LEGO voor hen nu zo bijzonder maakt. Aan een jongen in Duitsland wordt gevraagd op welk van zijn spullen hij het meest trots is. Hij wijst op een paar versleten Adidas-sneakers. Die zijn zijn trofee. Ze waren zijn meesterwerk en bewijsmateriaal dat hij een van de beste skateboarders van de stad was.

Bas

Nintendo, Atari. De spelgiganten zouden Lego wel even van de kaart vegen…

Vakmanschap

Lindstrom: ‘Op dat moment, bij het zien van die sneakers, viel het kwartje. Nieuwe ideeën komen voort uit het combineren van twee dingen die nog nooit eerder zijn gecombineerd. Die theorieën over tijdgebrek, directe beloning en creativiteit? Die leken de plank volkomen mis te slaan. Kinderen krijgen sociale acceptatie bij hun leeftijdsgenoten door te spelen en een grote bedrevenheid te krijgen in de door hen gekozen vaardigheid, wat die vaardigheid ook mag zijn’. LEGO moest niet simpeler, maar moeilijker. Met dat inzicht, verkregen uit small data, besloot het bedrijf het roer om te gooien. Het bracht de steentjes niet alleen terug naar de originele grootte, het begon zelfs meer, en kleinere, steentjes in de dozen te stoppen. Omdat het de fans gaat om het meesterschap, het vakmanschap. Een conclusie die voorspellende analyses en big data hadden gemist. De steentjes zijn nu gedetailleerder, de handleidingen preciezer, de constructiemogelijkheden uitdagender en arbeidsintensiever. Met een omzet van ruim 2 miljard dollar (in 2014) doet LEGO weer helemaal mee. Hier op de foto mijn buurjongen Bas Blijleven, ook zo’n vakmannetje. Small data staat vol met dergelijke succesverhalen, ik bedoel: ontdekkingen.

Bas Blijleven

Moeilijker, uitdagender. Daar wordt mijn buurjongen Bas Blijleven vrolijk van!

Tot slot, de schrijver zelf: ‘Een stukje small data op zich is vrijwel nooit betekenisvol genoeg om tot een conclusie te komen of een hypothese te kunnen opstellen, maar in combinatie met andere over de hele wereld verzamelde inzichten en observaties, leiden al die data samen tot een oplossing die de grondslag vormt voor een toekomstig merk of bedrijf’. Dat is een prettige nuancering. Big data en small data hoeven elkaar namelijk helemaal niet uit te sluiten.

Small data | Door: Martin Lindstrom | ISBN 978940007319 | Prijs: 19,99

* met BI wordt Business intelligence bedoeld. BI staat voor het verzamelen en kunnen analyseren van data. Die data wordt omgezet in informatie met als doel organisaties slimmer te kunnen laten werken. Dit blog is geschreven in opdracht van BI-specialist HippoLine B.V. 

 

Dat is de pakkende titel van een tentoonstelling in Museum Gouda over Erasmus. Aan de rand van de stad hangen vlaggen en banners, er is lichtmastreclame en de affiches zijn prachtig! Een diepe buiging voor de PR. Een sterk staaltje (stads)marketing.

Concedo nulli – Ik wijk voor niemand – was Erasmus op het lijf geschreven. Die tekst droeg hij bovendien met zich mee, in een ring aan zijn vinger. Zo trok hij de wereld in. Met twee ezels, één voor hemzelf en de ander voor zijn boeken. Hij sloot interessante vriendschappen. En zijn gedachten en geschriften waren zo origineel, dat we het er 500 jaar later nog over hebben. Erasmus stak niet zonder risico zijn nek uit.

ring Erasmus

Als deze grote geest ons een spiegel voor zou kunnen houden, wat zien we dan? Op dat punt valt de tentoonstelling tegen. De thema’s van Erasmus en zijn tijd komen prachtig aan bod, maar de verbinding van het verleden met de toekomst – één van de kernrollen van een museum – is afwezig. En dat is jammer, want ‘Ik wijk voor niemand’ is actueler dan ooit.

Want hoe ging Erasmus te werk? Wat waren de obstakels waarmee hij werd geconfronteerd? Erasmus was tolerant, ijdel, hield van goede wijn en was zijn tijd ver vooruit. Hoe zou Erasmus hebben geacteerd in deze angstige, onzekere tijd? Heeft zijn optreden een tijdloze, universele boodschap waar bedreigde raadsleden, politici, gekleurde voetballers, gediscrimineerde homo’s, moslims en vrouwen door worden geïnspireerd?

Als Erasmus ons een spiegel voorhoudt, wat zien we dan?

De tentoonstelling duurt tot 26 juni 2016. Museum Gouda, Achter de kerk 14.

Wel of niet met mij eens? U w reactie is welkom.

Een houten doosje, handgemaakt, met leer omkleed en slechts zes bij zes centimeter groot. Omdat het prachtig is én omdat het een verhaal vertelt over verering en ontzag, heeft het object in het Leger des Heils museum in Amsterdam van mij een eigen vitrine gekregen.

Leger des Heils

Devotiedoosje

De man of vrouw die dit nijvere handwerkje heeft gemaakt, vermoedelijk aan het begin van de vorige eeuw, moet veel hebben gehouden van de man die erop wordt afgebeeld: generaal William Booth, de stichter van het Leger des Heils.

Ging dit geschilderde miniatuurtje mee in de binnenzak, naar het werk? Stond het thuis te pronken in de kast? Op welke momenten ging het open, werd Booth bekeken en waar komt het koperen speldje links vandaan? Geen idee. Wat we wel weten is dat Booth en zijn vrouw Catherine door hun achterban, heilssoldaten en –officieren, op handen werden gedragen. Zij droegen massaal hun beeldtennis mee in hun Bijbels en liedboekjes. Booth en zijn vrouw werden in het alledaagse leven getoond op wandborden, speldjes, theekopjes en ansichtkaarten. Die adoratie is terug te vinden in bladen als De Heilssoldaat en De Oorlogskreet, voorlopers van de Strijdkreet. Velen zagen Booth als een profeet en God zelf zou het Leger des Heils hebben verwekt. Ik heb het mensen vroeger echt horen zeggen.

Dr. Johan Ringelberg, voormalig heilsofficier en gepromoveerd op de geschiedenis van het Leger des Heils tot 1949, heeft die Legerdevotie al eens vergeleken met dat van katholieken met hun heiligen. En iets van dat sentiment, die verering is er nog. In vrijwel alle 15.000 korpsen – dat zijn plaatselijke afdelingen van het Leger in 125 landen – hangt de stichter prominent ingelijst aan de muur. Veelal met een vermoeide blik, hand onder de kin. Alsof hij wil zeggen: willen jullie eens ophouden met die onzin?

Van mij mag de vlag uit. Nederland heeft vanaf volgende week 2 vondelingenluiken. Eén in Groningen en één in Papendrecht. Het luik is een brievenbus met warmtebedje, waarin moeders een pasgeboren baby die ze niet bij zich kunnen of willen houden, kunnen neerleggen. Het kind krijgt dan (medische) zorg en wordt ter adoptie aangeboden. Na 15 jaar discussie wordt deze voorziening eindelijk gedoogd.

images

Kerkgebouw

Te laat voor Leo de Schakel. Leo werd op 10 januari 1991 in de vrieskou in een doos bij een kerk te vondeling gelegd. Leo, de koster, vond het kind. Vandaar de naam. De koster dacht dat iemand een doosje hulpgoederen voor Roemenië voor de deur had gezet. De baby werd in zwaar onderkoelde toestand naar het ziekenhuis gebracht. Als gevolg van de kou bleek het kind zwaar hersenletsel te hebben opgelopen. Leo was blind, doof, had hartproblemen, kon niet lopen en had hevige pijn. Ik maakte in 2000 een documentaire over hem en het vondelingenluik. Leo is liefdevol opgevangen bij een gastgezin in Ermelo en op 9-jarige leeftijd overleden aan zijn kwalen.

Nog veel vragen

Zijn biologische moeder moet in die winter van 1991 ten einde raad zijn geweest. Het te vondeling leggen komt weinig voor. Tussen 1974 en 1994 twintig keer, aldus het CBS. Maar bij het Gerechtelijk Laboratorium in Rijswijk wordt wel steeds vaker sectie op babylijkjes verricht, stelde ik destijds vast. Causaal verband? CRI, Fiom en Raad voor de Kinderbescherming heeft er geen antwoord op.

Goed initiatief!

Volgens mij is er een groep vrouwen, eenzaam en geïsoleerd, die voor de hulpverlening volstrekt onbereikbaar is. Misschien nu nog wel meer dan pakweg 15 jaar geleden. Het dumpen van je kind moet een afgrijselijke daad zijn om te doen. Ik ben blij dat in een land waar heel veel wordt gedoogd, nu ook het vondelingenluik een feit is. Wie weet redt je daar één leven mee.

Pauw en Witteman stopen ermee. Wie krijgen we er voor terug? Jeroen zegt alleen door te willen gaan, maar dat heeft de VARA niet voor het zeggen. Daar gaat de netmanager over. Het grote speculeren is begonnen.

Schermafbeelding 2014-04-17 om 11.06.11

Talent genoeg?

De naam van Eva Jinek duikt op. Logisch, waar en wanneer is zij de afgelopen jaren niet genoemd? Jinek is een getalenteerd interviewster en heeft al wat vlieguren gemaakt. Zij pakt haar gasten doorgaans stevig aan, ze is direct, zorgvuldig en to the point. Maar wat zij (nog) mist is het talent om gasten aan één tafel te verbinden en dat is voor een talkshow nogal essentieel. Humberto Tan en Matthijs van Nieuwkerk zijn er goed in.

Oog voor echtheid

Een talkshow vraagt om een anchor van vlees en bloed. Iemand met emoties. Kijkers hebben een oog voor echtheid. Een tafelheer of -dame moet authentiek zijn. Om zo’n tv-persoonlijkheid te worden heeft Jinek meer tijd nodig, niet alleen voor de camera. De vraag is of die haar wordt gegund? Haar werkgever KRO-NCRV is ambitieus en heeft haast. De fusieomroep wil een journalistieke lovebaby op 1.

Geweldig zoals bejaard Nederland in de ban is van het schaatsen. Mijn moeder van 73 appt mij het scoreverloop en de medaillespiegel. Zij en haar vriendin zien alles en bellen elkaar na elke race voor een nabeschouwing. Mijn moeder is niet de enige die het kijkcijfer omhoog stuwt. De moeder van columnist Marcel van Roosmalen (NRC-Next) lijkt ook verslaafd te zijn aan het schaatsen.

Kwieke nonnen

Het meest bizarre gesprek tussen twee ouderen – misschien wel de grootste liefhebbers van het schaatsen – ving ik op in de Rotterdamse metro. Twee kwieke nonnen van begin tachtig, bespraken tussen station Capelsebrug en Beurs niet alleen de schaatspakken van de Amerikanen, de drieduizendste van Koen, maar ook de ideale oplossing voor een klein, persoonlijk ongemak dat juist bij ouderen dezer dagen opspeelt.

Proefpakketje

Over de pakken was non één duidelijk: ‘Met Ducktape win je geen goud’. Die drieduizendste was ‘pure pech’ en voor dat andere precaire onderwerp had non twee een proefpakketje Tena Lady in huis gehaald. ‘Nu kan ik echt alles zien, ook de beslissende momenten’. De dweilpauze krijgt zo een heel andere betekenis…

De val van de Rabobank kwam mij net een paar dagen te vroeg. Ik moest die andere klap nog verwerken. Na de kwestie Zwarte Piet en de fraude Alpe d’HuZes zit ik nog met het gesjoemel rond die Ossenstaartsoep in mijn maag.

images

Voor wie de kwestie is ontgaan. In Ossenstaartsoep blijkt niets te zitten dat ook maar iets te maken heeft met een os. AH, Jumbo, Plus, Unox, Aldi en Lidl leveren ons een klote streek. Een os is een gecastreerde stier dus klote dekt hier de lading. Dat onze Ossenstaartsoep niet deugt werd en paar dagen geleden wereldkundig gemaakt door de Keuringsdienst van Waarde (KRO). De programmamakers gingen langs een vleesleverancier die uiteindelijk aarzelend toegaf dat de naam van het product niet helemaal je-van-het is. De brokken in de soep zijn stukjes restvlees, aangelengd met grote hoeveelheden water en smaakstoffen Wat in Ossenstaartsoep zit, zit ook in kroketten. Zo, ook weer opgelost.

Maar nu komt het meest stuitende. Job van Baars, de directeur van Meat Insiders zei zonder blikken of blozen in de show: ‘Slim van ons hè? Mooi vak hebben wij hè?’ Die misselijkmakende quotes gonzen nog steeds bij mij na. Dat de kluit zo massaal wordt belazerd, daar is de man kennelijk trots op. Zouden die Liborhandelaren bij de Rabo ook zo over hun werk spreken? Vinden zij zichzelf slim en zijn ze trots? Unox en Albert Heijn hebben naar aanleiding van de uitzending aangekondigd de productnaam Ossenstaartsoep te veranderen. Ik lees vandaag in mijn krant dat Rabobank start met een cultuurprogramma en gedragstraining voor alle medewerkers. Ik heb even helemaal geen trek in die onzin.

Omdat we steeds meer producten en diensten afnemen via internet worden we steeds vaker per email bestookt met klanttevredenheidsonderzoeken. Klik je die weg, dan volgt er geheid een reminder. Ik had er weer drie afgelopen week.

Eén van een uitvaartorganisatie. Of ik tevreden was over het rouwtransport en het bloemwerk. NS is benieuwd naar mijn ervaringen met mijn daluren-abonnement en DAS wil weten wat ik van ze vindt: ‘Ook  als u geen directe ervaring met ons heeft’.

images

Hoewel ik geloof dat het altijd beter kan, ben ik er wel een beetje klaar mee. Enquetes en vragenlijstjes zijn een trend van deze tijd, maar de omvang en frequentie staan me inmiddels tegen. Onderzoek wekt de schijn van kwaliteitsbewaking en je hoort zelden de uitkomst. Omdat het leven van kwaliteitsmanagers ervan af hangt duurt het invullen van de vragenlijst ‘slechts’ 12 minuten en onder deelnemers worden cadeaubonnen verloot – behalve in de uitvaart. Worden al die kosten aan ons doorberekend? Van al die feedback ben je toch zo langzamerhand wel uitverbeterd?

Kortom, ik stop met de klanttevredenheidsonderzoeken van Topherstellers, erkende schilders en peuterspeelzalen. Voor één enquete maak ik een uitzondering. Die verwacht ik in de loop van de volgende week: Geachte meneer Batenburg, volgens onze gegevens bent u in het bezit van kinderpostzegels…

Hoe zou het toch zijn met de blaas van schrijver Leon de Winter? De eierstokken van Leontine Borsato, de hartkleppen van Jack van Gelder en de wervelkolom van Ernst Daniël Smid? Zij ondergingen de Total Body Scan. Die is tot het einde van deze week in de bonus. Schermafbeelding 2013-08-26 om 11.24.06

Het bedrijf Prescan adverteert in dagbladen paginagroot met een last minute zomeraanbieding – het staat er echt. U ontvangt maar liefst 50 procent korting op een complete MRI- en CT-scan, inclusief hartonderzoek. Dergelijk onderzoek schijnt het leven te hebben gered van Willeke van Ammelrooy.

Laat ik voorop stellen dat ik niets heb tegen preventief medisch onderzoek. Ook 890 euro vind ik niet overdreven veel geld voor een direct en deskundig oordeel over de staat van mijn gezondheid. Maar waar ik lichtelijk onpasselijk van word is de toon en de boodschap van de campagne. Er wordt schreeuwerig gezinspeeld op angst en onzekerheid. ‘Herken levensbedreigende ziekten voortijdig. De Total Body Scan is dé APK voor uw lichaam! Een tijdige behandeling kan erger voorkomen. Boek nu.’  

Daarnaast, het bedrijf adverteert met een enorme kudde BN’ers… Die helpen mij echt niet over de streep. Integendeel. Zit hypochondrie bij hen ingebakken? Ed Nijpels, Arthur Japin, Anita Meijer, Wilfred Genee, Henny Huisman, Bert van der Veer, John de Wolf, Sandra Reemer, Marco en Leontien Borsato, Winston Gerschtanowitz, Esther Verhoef en Saskia Noort zijn uithangbord voor het bedrijf. Op een zogeheten wall of fame maken ze voor Prescan reclame op het web. Dat doen ze niet voor niets natuurlijk, anders mankeren ze iets.

Vertrouwen? Dat betekent voor mij dat ik geloof dat mijn kinderen niet in zeven sloten te gelijk lopen. Dat ik er van uit ga dat mijn lief aan mij genoeg heeft. Dat ik hoop dat mijn broers, zus en vrienden naast mij staan als het tegen zit en er bij zijn als er wat te vieren valt. Dat ik mijn moeder kan bellen tijdens GTST. Heb ik nou in al die relaties geïnvesteerd om dat vertrouwen te hebben? Dat klinkt mij veel te berekenend. Investeren is typisch het vertrekpunt van boekhouders en economen.

images

Kees Vendrik is er één. En niet de minste, hij is lid van de Algemene Rekenkamer. Die instelling controleert of het Rijk geld uitgeeft zoals is afgesproken. Vendrik sprak gisterochtend over de crisis op Radio1. Hij is een pleitbezorger voor ‘investeren in vertrouwen‘. Dat als antwoord op de problemen waarmee we momenteel worden geconfronteerd. Bedrijven, instellingen en vooral Rutte II moeten investeren in vertrouwen. Daarover had ik graag meer willen horen, want hoe doen we dat? Wat is er voor nodig? Wat kost het, is het meetbaar en wat levert het ons op? Bij Tros Kamerbreed werd er met geen woord over gerept. De woorden van Vendrik bleven hangen. Doelloos, ongericht, losse flodders.

Investeren in vertrouwen. Ik ben sceptisch. Was juist misbruik van vertrouwen niet de oorzaak van de crisis? Kunnen we rekenmeesters-met-grote-woorden niet beter wantrouwen? Worden de twee berippen niet met elkaar verward? Ik zou graag zien dat intelligente mensen wat zorgvuldiger met de woorden om te gaan. Of laten journalisten tijdens interviews eens vragen naar de betekenis. Natuurlijk begrijp ik dat Vendrik vertrouwen weer op de nationale menukaart wil. We hebben er in de kortst mogelijke tijd veel van verspeeld (en verspild). Vertrouwen is de constructie waarop de samenleving is gebouwd. Vertrouwen ligt aan de basis van al ons intermenselijk verkeer. We zijn er persoonlijk en sociaal nogal van afhankelijk. Maar willen we aan het begrip weer betekenis geven, dan zijn het uiteindelijk de daden die tellen. Vertrouwen moet allereerst (onbaatzuchtig) worden verdiend. Daar komt bij aanvang geen Rekenkamer bij aan te pas. Vertrouwen vraagt om bekwame leiders die doen wat ze zeggen. Bazen die krijgen wat ze verdienen. Spelers die van het spel houden. Ouders die van hun kinderen houden. Organisaties die transparant zijn. Politici met een visie. Woordvoerders met een eenduidige boodschap. Boeren die bofkippen houden. Docenten die kinderen kunnen vertrouwen. Aan media die kritisch opereren. Dominees met een goed verhaal. Buren die naar elkaar omzien. Kortom, aan mensen die zich realiseren dat vertrouwen inspanning vergt. Precies, mensen zoals jij en ik.